Beeldende kunst en cijfers. Het zijn nooit grote vrienden geweest. Terwijl er voor alle sectoren branchemonitoren zijn, zijn uitspraken over de beeldende kunst sector vaak gebaseerd op drijfzand. Eindelijk kunnen we het woordje ‘zijn’ schrappen en vervangen door ‘waren’. Er is nu een Sectormonitor Beeldende Kunst. De monitor is verschenen in opdracht van het Ministerie van OCW en geschreven door het onderzoeksteam van Panteia. De eerder gepubliceerde kanttekeningen bij de expositie van Hans Suasso zijn mede geschraagd door de uitkomsten van deze monitor.

Er zijn in Nederland 7.000 beeldend kunstenaars actief. Ongeveer 83% is werkzaam als zelfstandige. Dit is beduidend hoger dan bij de andere kunstdisciplines. De meerderheid is vrouw (59%). Ook daarmee wijkt beeldende kunst af van andere kunstdisciplines waar de man-vrouw verhouding juist omgekeerd is. Veel kunstenaars hebben een gemengde beroepspraktijk waarmee ze hun inkomen vergaren. De inkomsten uit andere bronnen kunnen heel divers zijn en vormen een vrij substantiële aanvulling (36%) op het inkomen. Niettemin komt gemiddeld genomen het grootste gedeelte van het inkomen uit de omzet van beeldende kunst. Het inkomen is laag te noemen. De inkomensverdeling van beeldend kunstenaars is veel schever dan die van de Nederlandse bevolking, met een oververtegenwoordiging van erg lage inkomens.

De afgestudeerde bachelors worden in meerderheid (62%) zelfstandige, wat sterk afwijkt van het gemiddelde voor hbo-afgestudeerden (6%). Van de afgestudeerden Autonome BK werkt anderhalf jaar na afstuderen
82% onder het minimumloon. De inkomenspositie van afgestudeerde beeldend kunstenaars is slecht, vergeleken met het gemiddelde van hbo-afgestudeerden. Het gemiddeld bruto maandloon van de hbo-er anderhalf
jaar na afstuderen was in 2009 € 2.091,–. Voor het kunstonderwijs als geheel was dat € 1.520,–. En voor afgestudeerden van Autonome BK was het slechts € 1.071,–.

Jaarlijks studeren ongeveer 500 bachelors Docent BKV af. Hun inkomenspositie ligt anderhalf jaar na afstuderen in de buurt van het hbo-gemiddelde, in tegenstelling tot de afgestudeerden Autonome Beeldende Kunst.

Het aantal mensen dat is aan te merken als amateurkunstenaar is aanzienlijk. Ongeveer 3,5 miljoen mensen (23% van de bevolking van zes jaar en ouder) blijkt in de vrije tijd actief bezig te zijn met een vorm van beeldende kunst.

De totale vraag naar beeldende kunst is € 329 miljoen. Hiervan bestaat € 58 miljoen uit tussenhandel (bijvoorbeeld van kunstenaar naar galerie) en € 271 uit de uiteindelijke verkoop naar de afnemers (zoals particulieren, bedrijven en overheidsinstellingen). De private sector blijkt bij uitstek belangrijk. Particulieren en bedrijven zijn verreweg de grootste afnemers van beeldende kunst. De overheid speelt hier een beperkte rol.