Dinsdag 12 januari 2010

Lof der nutteloosheid
Prof Maarten van Rossem

Zoals vroeger de zot niet mocht ontbreken aan het hof, zo hebben de huidige koningen hun hedendaagse nutteloze tegenhangers. De kunsten nemen de plaats in van de zot. Niemand zit er op te wachten. Of toch? Want zijn we in ons hart niet jaloers: kijk daar de kunst, de kunstenaar, geen slaaf van het eeuwige moeten, het nut, de cijfers. Maar wie moet dat allemaal betalen? In een vorige denksnack betoogde Arnold Heertje dat kunst niet-reproduceerbare goederen betreft, die zich onttrekken aan de gangbare ideeën over waarde. Een schilderij heeft geen eigenaar, maar kan slechts beheerd worden tot het wordt doorgegeven aan de volgende generatie. Hoe zit dat dan met die erfenis? Dachten ze daar vroeger net zo over? Hoe doen ze dat in het buitenland?

Maarten van Rossem heeft zo zijn eigen opvattingen over het nut van kunst, de positie van kunstenaars. Wordt het nutteloosheid-etiket niet te snel geplakt om af te zijn van de querulante betekenis van kunst? Hebben we niet juist dwarsliggers nodig om ons te attenderen op nieuwe mogelijkheden en oplossingen?