Het visuele geheugen van de stad

December

 

Rietveldpaviljoen

Insipiciënt – deel 27

Het landschap is voortdurend in beweging. Het is een ontmoetingsplaats van ecologie, hydrologie, mens en dier. Hier ontstaat cultuur en groeit historie, met mythes en verhalen. De constante dynamiek tussen deze elementen zorgt voor een geheel dat zich doorontwikkelt, achterop blijft, zich herstelt, bijgestuurd wordt, zichzelf ordent, soms stil ligt en daarmee ergens altijd ongrijpbaar blijft. Het landschap is nooit een constante.
Waar het landschap voor ons het dagelijkse toneel is van velerlei gebeurtenissen geeft het tegelijkertijd ook een vertraagde reflectie weer van de houding van de mens. Onze levenswijze komt mede tot uitdrukking in het landschap.

Oorspronkelijk moest de nietige mens de wildernis bevechten. Het ondoordringbare achterland bestond uit woeste gronden met vaak een hoge waterstand. Dit zogenaamde “onland” was vrijwel onbruikbaar voor agrarisch gebruik. Hier had de onvoorspelbare dynamiek van het water de overhand. Gaandeweg heeft de mens zich echter ontwikkeld tot iemand, die de regie volledig in de hand lijkt te hebben. Elke vierkante meter grond werd aan het werk gezet, benut, in cultuur gebracht.

Geleidelijk zijn we echter op een kantelpunt beland. De mens wordt gedwongen te erkennen dat hij onderdeel is geworden van een systeem. Bestaat een middenweg tussen het idee van het ” maakbare” landschap en het landschap, waarin wordt geleefd met plaatselijke en zelfs globale dynamieken? Hoe verhoudt de mens zich tot zijn omgeving? Hoe anticipeert de mens op het natuurlijke ritme? En waar liggen de grenzen van onze ingrepen in het landschap?

In 2018 ben ik, Rikke ter Horst (1995, Amersfoort), afgestudeerd aan ArtEZ Arnhem (Fine Art). Momenteel studeer ik Landschapsarchitectuur aan Wageningen University & Research. In mijn werk doe ik onderzoek naar de vermenging van de fysieke eigenschappen van een plek en de aanwezigheid van de mens. Het locatie-gericht onderzoek resulteert vaak in het volledig ontleden van een ruimte: van luchtvochtigheid, resonantie en temperatuur tot historische activiteiten. Bezoekers zijn met hun aanwezigheid onderdeel van het werk.

De interesse in omgeving en de aanwezigheid van de mens daarbinnen was tevens het aandachtsgebied waarin het onderzoek tussen Hein en Albertine van Vliet-Kuiper en mij ontstond. De brede selectie van kunstenaars die allen een andere visie dragen ten opzichte van het landschap, de natuur, de ruimte en van de menselijke ingreep hierin, riep bij ons vragen op ten aanzien van het regie voeren over het landschap. Daaruit ontstond een brede selectie met daarop aansluitend mijn werk ‘Inspicient: deel 27’. De selectie uit de collectie bestaat onder anderen uit Paul Christiaan Damste, Wim Biewenga, Dick van Arkel, Lotte van Lieshout en Hannah Blom. De getoonde visies variëren van het creëren van ordening en ritmiek, tot abstrahering van beweging en experiment met compositie, maar ook de weergave van stilte en leegte.

Het geluidsfragment ‘Inspicient: deel 27’ is een schets waarin de ingreep van de mens op zijn omgeving tot in het absurde wordt getrokken. Een inspiciënt heeft de rol om alle technische aspecten te begeleiden in een theaterstuk. Dit betekent dat deze de regie heeft over het op- en afbouwen en het tijdig inzetten van licht- en geluidseffecten en de changementen tijdens de voorstelling. In ‘Inspicient: deel 27’ neemt een inspiciënt de regie over de binnenstad van Amersfoort. Een alledaagse scene uit de publieke ruimte wordt gepresenteerd als een toneel met acteurs en figuranten in een decor.

De verzameling van Albertine en Hein